De rode panda en Cserhati (5): de inleiding van het BMC Genomics artikel
Het artikel
van Matyas Cerhatii in BMC Genomics heet: ‘A tail of two pandas— whole genome
k-mer signature analysis of the red panda (Ailurus
fulgens) and the Giant panda (Ailuropoda
melanoleuca)’
Dit doet denken dat het artikel zowel over de rode panda als
over de reuzenpanda zal gaan. Het abstract van Cserhatis artikel in BMC
Genomics geeft een andere indruk:
Background:
The red panda (Ailurus fulgens) is a
riddle of morphology, making it hard to tell whether it is an ursid, a
procyonid, a mustelid, or a member of its own family. Previous genetic studies
have given quite contradictory results as to its phylogenetic placement.
Dit vertelt ons twee dingen:
het artikel gaat over de rode panda Ailurus
fulgens, en eigenlijk niet over de reuzenpanda Ailuropoda melanoleuca, en vermoedelijk krijgen we een genetische
studie om een uitstaand morfologisch probleem op te lossen.
Figuur 1 de reuzenpanda Ailuropoda melanoleuca |
Figuur 2 de rode panda Ailurus fulgens |
In de inleiding van een artikel staat uitgebreider dan in het abstract wat het probleem is en ook wat er eerder over gezegd is.
1
Cserhati begint met te zeggen dat de reuzenpanda en de rode panda wel als verwante soorten beschouwd worden. Cserhti schrijft: ‘think’ niet ‘thought’.
Some researchers think Ailurus fulgens is a relative of the
giant panda (Ailuropoda melanoleuca) based
on several physical characteristics. These include an almost exclusive diet of
bamboo (both species eat meat on occasion), and have an enlarged radial
sesamoid bone, which they use to process bamboo [1, 2].
Wat zeggen de aangehaalde artikelen
[1] en [2] over verwantschap tussen de twee panda's?
Het artikel [1], Flynn et al (2000), geeft een historisch overzicht van taxonomisch werk over de beide panda’s. De reuzenpanda hoort bij de familie beren, Ursidae, zoals op grond van de morfologie voorgesteld is door Davis (1964), op grond van immunologie door Sarich (1973), en op grond eiwitten, immunologie, chromosomen, en een grove maat voor DNA overeenkomst door O’Brien et al (1985). In 1985 werd de plaatsing van de reuzenpanda bij de beren als een groot succes voor de moleculaire methoden gezien. Na 1985 wordt de plaatsing van de reuzenpanda bij de beren als vaststaand aangenomen.
Bleef over de rode panda. Flynn et al (2000) noemen een aantal mogelijkheden voor plaatsing van de rode panda, ook in hun abstract:
... whether it should be placed with the bears (ursids), ...., raccoons (procyonids), musteloids or as a monotypic lineage of uncertain phylogenetic affinities
Sommige van die voorstellen waren in 2000 al uit de roulatie, zoals de rode
panda als zustergroep van de reuzenpanda (1943, 1982); of de rode panda als verwant
van de beren (
Staat de verwantschap tussen
rode panda en reuzenpanda dan in artikel [2], Hu et al (2017)? Het artikel van
Hu et al (2017) gaat over convergentie tussen de rode panda en de reuzenpanda;
met andere woorden, over hun overeenkomst in hun dieet van bamboe en hun overeenkomst in hun valse
duim ondanks dat ze niet verwant zijn. Convergentie betekent overeenkomst maar nooit verwantschap. Hu et al (2017) schrijven:
The giant panda belongs to the
family Ursidae, whereas the red panda belongs to the family Ailuridae within
the superfamily Musteloidea.
In Hu et al (2017) staat dus met zoveel woorden dat de rode panda en de reuzenpanda niet verwant zijn, en ook waar de rode panda al minstens sinds 2000 geplaatst is, bij de Musteloidea.
Cserhati haalt hier zijn
bronnen niet erg nauwkeurig aan.
2
Cserhati gaat verder met:
According to other opinions, A. fulgens has been classified as a
member of the family Procyonidae (raccoons).
Hier staat geen verwijzing
bij, maar bij Flynn et al (2000) komen we een aantal verwijzingen tegen, vanaf
Geoffroy-Saint-Hilaire en Cuvier (1825) met “closely resembling a raccoon (procyonid)”.
Bij die verwijzingen in Flynn et al (2000) blijkt dat er vaker gesproken wordt over wasbeer en rode
panda als zustergroepen dan dat de rode panda binnen de familie wasberen
Procyonidae zou vallen. Alleen Slattery et al (1995) komen tot de plaatsing van
de rode panda binnen de wasbeerfamilie, in twee van hun drie analyses van het
zelfde materiaal. In latere studies wordt niet meer gevonden dat de rode panda bij de familie van de wasberen zou horen. Flynn et al
(2000) halen eerder werk van Flynn & Nedball (1998) aan: die plaatsten de
rode panda bij de superfamilie Musteloidea, maar niet bij de wasberen Procyonidae. Ook Flynn et al (2000) komen uit op de superfamilie Musteloidea voor plaatsing van de familie Ailuridae.
3
Nu zou het mogelijk zijn dat
Cserhati met zijn citeren van Flynn et al (2000) ook de resultaten van Flynn et
al (2000) direct mee nam. Cserhati
gaat echter verder met
For example, Peng et al. classify A. fulgens either as a mustelid, placing
them next to the American marten (Martes
americana), or as a mephitid, next to the striped skunk (Mephitis mephitis).This was based on the
analysis of 13 concatenated mitochondrial proteins, based on neighbor-joining
(NJ) and maximum likelihood (ML) phylogenetic methods, respectively [7].
Peng et al (2007) gaat weer
over de reuzenpanda, met een hele serie min of meer verwante soorten als
achtergrond. Voor de superfamilie Musteloidea is er per familie een vertegenwoordiger: de
rode panda voor zichzelf als familie Ailuridae, de wasbeer voor de Procyonidae,
het gestreepte stinkdier voor de Mephitiden en de Amerikaanse marter voor de
Mustelidae. Peng geeft twee analyses.
Dit is de NJ methode.
Figuur 3. Figuur 2A van Peng et al (2007) met rode panda als zustergroep van de Amerikaanse marter |
Hier staat de rode panda als zustergroep van de Amerikaanse marter. Aangezien er maar één soort van de familie Mustelidae is, kun je daaruit niet concluderen dat de rode panda tot de Mustelidae behoort: “classify A. fulgens ... as a mustelid” is foutief.
Dit is de ML methode:
Figuur 4. Figuur 2B van Peng et al (2007) met rode panda en gestreept stinkdier als zustergroep |
Hier staat de rode panda als zustergroep van het gestreepte stinkdier, maar aangezien er maar één soort van de familie Mephitidae is, kun je daaruit niet concluderen dat de rode panda tot de Mephitidae behoort: “classify A. fulgens ... as a mephitid” is foutief. Het gaat om een basale fout in de redenering.
4
Cserhati gaat verder met:
Flynn et al. also found that A.
fulgens is neither an ursid, nor a procyonid, nor a mephitid, but a mustelid [1].
Dat zijn de Flynn et al
(2000), waar Cserhati de probleemstelling van geleend heeft. Flynn et al (2000) schrijven echter in hun
abstract voor hun conclusie:
Combined phylogenetic analyses
reject the hypotheses that the red panda is most closely related to the bears
(ursids) or to the raccoons (procyonids). Rather, evidence from nucleotide sequences
strongly support placement of the red panda within a broad Musteloidea (sensu
lato) clade, including three major lineages (the red panda, the skunks
[mephitids], and a clearly monophyletic clade of procyonids plus mustelids
[Musteloidea sensu stricto, excluding skunks])
Flynn et al (2000) plaatsen de rode panda als familie Ailuridae in de superfamilie Musteloidea; de rode panda is een musteloid. Cserhati doet alsof Flynn et al de rode panda in de familie Mustelidae plaatsen; daarmee zou de rode panda een mustelid zijn.
Cserhati weet of begrijpt niet dat musteloid en mustelid twee heel verschillende betekenissen hebben. Een musteloid behoort bij de superfamilie Musteloidea. Een mustelid behoort bij de familie Mustelidae.
Een otter hoort bij de familie Mustelidae en is daarmee een
mustelid; de familie Mustelidae hoort bij de superfamilie Musteloidea, en de
otter is dus ook een musteloid. Een wasbeer hoort bij de familie Procyonidae,
is een procyonid; de familie Procyonidae hoort bij de superfamilie Musteloidea,
en een wasbeer is dus ook een musteloid. Een gestreept stinkdier hoort bij de
familie Mephitidae, en is daarmee een mephitid; de familie Mephitidae hoort
bij de superfamilie Musteloidea, en een gestreept stinkdier is dus ook een
musteloid. De rode panda behoort bij de familie Ailuridae, en is daarmee een
ailurid; de familie Ailuridae hoort bij de superfamilie Musteloidea, en de rode
panda is dus ook een musteloid. Maar de rode panda is geen mustelid!
Flynn et al (2000) aanwrijven dat ze de rode panda een mustelid noemen laat grote onwetendheid van taxonomie bij Cserhati zien.
5
Cserhati gaat verder met:
Yu and Zhang studied introns 4 and 7
from the nuclear gene ß-fibrinogen (FGB) as well as the mitochondrial gene NADH
dehydrogenase subunit 2 (ND2) in 17 species from the order Carnivora. In their
results these researchers found that A.
fulgens is most closely related to procyonids based on analysis of intron 4
of the FGB gene. But when intron 7 was analyzed, it clustered towards ursids.
Classification based on the ND2 gene A.
fulgens clustered with mustelids, but these results had poor bootstrapping
support. When the two introns were combined with analysis of the genes IRBP and
TTR, A. fulgens was closest to
mustelids [9].
Cserhati geeft aan dat de
resultaten van Yu & Zhang (2006) verschillen per intron.
Figuur 5 Figuur 1 vanYu & Zhang (2006): resultaten intron 4 |
In tegenstelling tot wat Cserhati zegt, geeft Yu & Zhangs figuur 1 met de resultaten van nuclear b-fibrinogen intron 4 dat de rode panda de zustergroep is van Procynoidae + Mustelidae (aangegeven in de figuur als Musteloidea sensu stricto). In de layout staat de rode panda direct naast de Procyonidae, maar dat is alleen de lay-out van de figuur.
Figuur 6. Figuur 3 van Yu & Zhang (2006): resultaten ND2 gen |
In Yu & Zhangs figuur 3, het ND2 gen, is de rode panda weer de zustergroep is van Procynoidae + Mustelidae (de Musteloidea sensu stricto). In de layout staat de rode panda direct naast de Mustelidae, maar dat is alleen de lay-out van de figuur.
Figuur 7. Figuur 4 van Yu & Zhang (2006): gecombineerde analyse |
In Yu & Zhangs figuur 4, de analyse met de combatie (IRBP, TTR, b-fibrinogen intron 4 en 7 sequence data) is de rode panda weer de zustergroep van Procynoidae + Mustelidae (Musteloidea sensu stricto). In de layout staat de rode panda direct naast de Mustelidae, maar dat is alleen de lay-out van de figuur.
Cserhati verwart drie keer de
lay-out van de fylogenetische boom met de indeling volgens de fylogenetische
boom. Dat is nogal een elementaire fout.
6
Cserhati gaat verder met:
Sato et al. …. , and found that A.
fulgens clusters together with procyonids and mustelids, and not with mephitids
(skunks and stink badgers) [10].
Sato et al (2009) vonden dat
de rode panda de zustergroep is van de Musteloidea sensu stricto, dus van de
wasbeerfamilie Procyonidae en de marterfamilie Mustelidae samen. Dit niet op
grond van clustering, maar met Bayesian analysis.
7
Cserhati gaat verder met
Intron analysis is useful, since these sequences are not under selection pressure. An analysis of 22 Kbp of nuclear intron sequences from 16 carnivore species groups A. fulgens with Musteloidea sensu stricto (Mustelidae+ Procyonidae) to the exclusion of mephitids [Yu et al 2011]. These results, however, contradict results coming from mtDNA analyses [DeLisle et al 2005].
Vergelijk
de tekst in Yu et al (2011):
Phylogenetic
analyses of the more than 22 kb data set of noncoding intron DNA provided
unambiguously strong support for the grouping of Musteloidea sensu stricto and
Ailuridae to the exclusion of Mephitidae. … This result is in contradiction to
the mt studies (Ledje and Arnason 1996a, b; Delisle and Strobeck 2005; Arnason
et al. 2007), but in agreement with the nuclear studies (Fulton and Strobeck
2006; Sato et al. 2009).
Yu
et al (2011) wordt letterlijk gevolgd in Cserhati’s tekst. Cserhati doet niets
met dit klassieke resultaat.
Samenvatting:
Deze inleiding is geschreven door iemand zonder achtergrond in taxonomie en fylogenie. Als gevolg daarvan zijn er grove fouten in taxonomie en fylogenie. Het overnemen van abstract en historisch deel inleiding van Flynn et al (2000) als probleemstelling in 2021 laat ook geen bekendheid met het onderwerp ‘rode panda’ of het onderwerp ‘fylogenie’ zien. Ook heeft Cserhati een beperkt overzicht over de literatuur. De aangehaalde artikelen over fylogenie zijn minstens 10 jaar oud – nieuwere ontbreken. Ook ontbreken in de literatuurlijst vaak aangehaalde artikelen als Flynn et al (2005) met 253 citaties, Eizirik et al (2010) met 142 citaties of Law et al (2018) met 42 citaties.
Cserhati geeft de resultaten
van Flynn et al (2000), Peng et al (2017), Yu en Zhang (2006) verkeerd weer. Dit
laat elementaire onbekendheid met taxonomie en met het indelen van soorten op grond van moleculaire
gegevens zien.
Flynn et al (2000), Yu en
Zhang (2006), Sato et al (2009) en Yu et al (2011) geven de families
Procyonidae en Mustelidae als zustergroep van elkaar, samen wel Musteloidea
sensu stricto genoemd. Bovendien geven alle genoemde artikelen de Musteloidea
als superfamilie met de vier families Ailuridae, Mephitidae, Procyonidae en
Mustelidae. Ook voor Cserhati had de vraag dus moeten zijn wat de onderlinge
volgorde van de Ailuridae, de Mephitidae en de Musteloidea sensu stricto is binnen
de Musteloidea sensu lato.
Cserhati,
M., 2021, A tail of two pandas – whole genome k-mer signature analysis of the
red panda (Ailurus fulgens) and the Giant panda (Ailuropoda melanoleuca), BMC
Genomics 22: 228
Davis, D.
D. (1964). The giant panda: A morphological study of evolutionary mechanisms.
Fieldiana Zool. Mem. 3: 1–339.
Sarich, V. (1973)
The Giant Panda is a Bear. Nature 245: 218–220.
O'Brien, S., Nash, W., Wildt, D. et al. A molecular solution to the riddle of the giant
panda's phylogeny. Nature 317, 140–144 (1985).
Peng R, Zeng B, Meng X, Yue B, Zhang Z, Zou F. The complete mitochondrial genome and phylogenetic analysis of the giant panda (Ailuropoda melanoleuca). Gene. 2017;397:76–83.
Yu, L.,
Zhang, Yp. Phylogeny of the caniform carnivora: evidence from multiple genes.
Genetica 127, 65–79 (2006).
Sato JJ,
Wolsan M, Minami S, Hosoda T, Sinaga MH, Hiyama K. Deciphering and dating the
red panda's ancestry and early adaptive radiation of Musteloidea. Mol
Phylogenet Evol. 2009;53(3):907–22.
Yu L, Luan PT, Jin W, Ryder OA, Chemnick LG, Davis HA, Zhang YP. .Phylogenetic utility of nuclear introns in interfamilial relationships of Caniformia (order Carnivora). Syst Biol. 2011;60(2):175–87.
Delisle I, & Strobeck C. A phylogeny of the Caniformia (order Carnivora) based on 12 complete protein-coding mitochondrial genes. Mol Phylogenet Evol. 2005;37(1):192–201
Flynn, J.
J.; Finarelli, J. A.; Zehr, S.; Hsu, J. & Nedbal, M. A. (2005). Molecular
phylogeny of the Carnivora (Mammalia): Assessing the impact of increased
sampling on resolving enigmatic relationships. Systematic Biology. 54: 317–337.
Law, C. J.;
Slater, G. J. & Mehta, R. S. (2018). Lineage Diversity and Size Disparity
in Musteloidea: Testing Patterns of Adaptive Radiation Using Molecular and
Fossil-Based Methods. Systematic Biology. 67: 127–144.
Eizirik,
E., W.J. Murphy, K.P. Koepfli, W.E. Johnson, J.W. Dragoo, R.K.Wayne, en S.J.
O’Brien (2010). Pattern and timing of the diversification of the mammalian order
Carnivora inferred from multiple nuclear gene sequences. Molecular
Phylogenetics and Evolution 56: 49-63.
Reacties
Een reactie posten