Boek Van den Dikkenberg (16): 22.3 Cambrische explosie

 

Paragraaf 22.3 van het boek van Van de Dikkenberg heeft als titel ‘Explosies van leven’. Dat is niet erg precies: er wordt in deze paragraaf gerefereerd aan één ‘explosie van leven’, de Cambrische explosie. De Cambrische explosie wordt getekend als een evolutionair raadsel.


Figuur 1: Figuur op blz 210 van Van den Dikkenberg, bijschrift daar: “In het Cambrium verschijnen tal van zeedieren zonder enig aanwijsbare voorouder”.

1 Van den Dikkenberg over de Cambrische explosie

Ik geef een scan van de tekst van paragraaf 22.3 op blz 209 en het begin van blz 210.

In de eerste alinea staan algemeenheden, zonder enige onderbouwing. Bij de bespreking van paragraaf 22.4 kom ik daarop terug.

In de tweede alinea staan vier zinnen over de Cambrische explosie. Voor deze summiere informatie wordt door Van den Dikkenberg geen onderbouwing gegeven.

Even wat commentaar:

Zin 1: De Cambrische explosie was eerder 545 tot 520 miljoen jaar geleden, eindigt als de eerste fossiele trilobiet gevonden wordt.

Zin 2: Onder het Precambriumi wordt alles verstaan vanaf het ontstaan van de aarde tot het begin van het Cambrium, van 4560 miljoen jaar geleden (4,56 Ga) tot 538,8 miljoen jaar geleden (538,8 Ma). Wat er over al die tijd aan fossiel gevonden wordt zal inderdaad voornamelijk micro-organisme zijn, maar de relevante periode is het Neoproterozoïcumii, van 1000 Ma tot 538,8 Ma, met de Ediacara biota van 575 Ma tot het begin van het Cambrium. Er zijn zeker dieren vóór het Cambrium.

Zin 3: Er is grote variatie aan zeedieren, maar ze komen niet helemaal uit het niets.

Zin 4: Er zijn sponzen, neteldieren, stekelhuidigen, weekdieren en geleedpotigen aangetroffen. De namen geven de ook nu nog vertegenwoordigde groepen, maar het gaat niet om de huidige soorten of hun directe verwanten.

Daarna komen twee citaten, met verwijzing van herkomst in noot 22 en noot 23. De citaten zijn van bekende wetenschappers. Noot 22 is afkomstig van Richard Dawkins, uit 1996, en noot 23 is afkomstig van Stephen Jay Gould, uit 1986. De bedoeling lijkt aan te geven dat de wetenschap niets met de Cambrische explosie aan kan. Dan is zo’n 25, 35 jaar geleden toch wel wat oud. Is er geen recente wetenschappelijke literatuur?


2. Hoe komt Van den Dikkenberg aan deze twee citaten?

Twee citaten, uit 1996 en 1986. Dat is lang geleden, dus hoe weet iemand zo’n citaat te vinden?

Dawkins 1996:

Van den Dikkenberg haalt Dawkins 1996 op blz 209/210 als volgt aan:

Het lijkt erop alsof ze daar zijn neergezet, zonder enige evolutionaire voorgeschiedenis”

Van den Dikkenberg geeft als verwijzing C.R. Dawkins, 1996, The blind watchmaker, blz 229. Dit klopt, en het gaat over de Cambrische explosie. Het origineel is:

It is as though they were just planted there, without any evolutionary history”.

Dit citaat is een creationistische topper. In 2009 publiceerde Newsweek een uittreksel uit Dawkins’ toen nieuwste boek, en in dat uittreksel moppert Dawkins over het vele misbruik dat creationisten van deze zin gemaakt hebben:


https://www.newsweek.com/excerpt-richard-dawkinss-new-book-evolution-79345

excerpt uit boek (New book 2009)

The biggest gap, and the one the creationists like best of all, is the one that preceded the so-called Cambrian Explosion. A little more than half a billion years ago, in the Cambrian era, most of the great animal phyla "suddenly" appear in the fossil record. Suddenly, that is, in the sense that no fossils of these animal groups are known in rocks older than the Cambrian, not suddenly in the sense of instantaneously; the period we are talking about covers about 20 million years. Anyway, it is still quite sudden, and, as I wrote in a previous book, the Cambrian shows us a substantial number of major animal phyla "already in an advanced state of evolution, the very first time they appear. It is as though they were just planted there, without any evolutionary history. Needless to say, this appearance of sudden planting has delighted creationists."

The last sentence shows that I was savvy enough to realize that creationists would like the Cambrian Explosion. I was not (back in 1986) savvy enough to realize that they'd gleefully quote my lines back at me in their own favor, carefully omitting my careful words of explanation. On a whim, I just searched the World Wide Web for "It is as though they were just planted there, without any evolutionary history" and obtained no fewer than 1,250 hits. As a crude control test of the hypothesis that the majority of these hits represent creationist quote—minings, I tried searching, as a comparison, the clause that immediately follows the above quotation: "Evolutionists of all stripes believe, however, that this really does represent a very large gap in the fossil record." I obtained a grand total of 63 hits, compared to the 1,250 hits for the previous sentence.


De zin “It is as though they were just planted there, without any evolutionary history”, is ook vandaag de dag ruim voorradig op creationistische internet sites. Een keuze:

1. websites die Van den Dikkenberg mogelijk al elders citeerde

https://www.icr.org/article/profusion-living-fossils

https://www.creationscience.com/onlinebook/ReferencesandNotes24.html

2. andere websites

http://hyperphysics.phy-astr.gsu.edu/Nave-html/Faithpathh/cambrian.html

https://apologeticspress.org/the-cambrian-explosion-falsification-of-darwinian-evolution-5303/

https://www.genesispark.com/exhibits/fossils/cambrian/

https://reasons.org/explore/publications/articles/the-great-unconformity-and-the-cambrian-explosion-conform-to-the-genesis-1-creation-account


Gould 1986:

Van den Dikkenberg haalt Gould 1986 op blz 210 als volgt aan:

Zelfs het meest intensieve speurwerk heeft geen organisme opgeleverd dat een mogelijke tussenvorm of voorouder zou kunnen zijn van de cambrische dierenwereld.”

Van den Dikkenberg geeft aan dat dit komt uit Gould, S.J. A Short Way to Big Ends. Natural History, 95, januari 1986. Dit is te vinden in https://archive.org/details/naturalhistory1986unse/page/n13/mode/2up


In de derde kolom vanaf tweede regel is leesbaar:

Studies that began in the early 1950’s and continue at an accelerating pace have revealed an extensive Precambrian fossil record, but the problem of the Cambrian explosion has not receded, since our more extensive labor has still failed to identify any creature that might serve as as a plausible intermediate ancestor for the Cambrian faunas.”

In ‘Darwin then and now’ (2009) staat Gould 1986 aangehaald in hoofdstuk 9 op blz 206. ( https://darwinthenandnow.com/wp-content/uploads/2024/04/Darwin-Then-and-Now_TEXT.pdf )

Paleontologist Stephen Gould pointed out that since the 1950s, evenaft er decades of research, “The problem of the Cambrian explosion has not receded, since more extensive labor has still failed to identify any creatures that might serve as a plausible immediate ancestor for the Cambrian faunas.” (note 152 Gould, S. J. 1986. A Short Way to Big Ends. Natural History, 95:18-28.)

Ook in 2009 was 1986 al even geleden.


3. Nog een citaat

Van den Dikkenberg gaat niet verder over de Cambrische explosie, maar schrijft (blz 210):

Het ontstaan van de belangrijkste geslachten van planten en dieren op aarde heeft kennelijk plaatsgehad zonder enige aankondiging in de aardlagen daaronder.”iii

Direct daarop volgt een citaat van Kemp 1985 (noot 25):

Zoals bekend is, verschijnen de meeste fossiele soorten plotseling in het fossiele archief, bestaan enkele miljoenen jaren praktisch onveranderd, om slechts abrupt weer te verdwijnen”

Kemp 1985iv is een artikel in de New Scientist, en ik kan een oud artikel in de New Scientist niet bereiken.

Het citaat is wel terug te vinden.

As is now well known, most fossil species appear instantaneously in the record, persist for some millions of years virtually unchanged, only to disappear abruptly ...”

Dit citaat komt in deze vorm voor in:

https://www.icr.org/article/260/

Kemps zin was langer, zoals blijkt bij

https://afterall.net/origins-science/evolution/page/3/ en https://www.genesispark.com/exhibits/fossils/missing-links/stasis/ en https://afterall.net/quotes/tom-kemp-on-the-fossils-actually-found/

Paleontology is now looking at what is actually finds, not what it is told that it is supposed to find. As is now well known, most fossil species appear instantaneously in the fossil record, persist for some millions of years virtually unchanged, only to disappear abruptly — the “punctuated equilibrium” pattern of Eldredge and Gould.”

De langere versie van het citaat laat zien dat dit citaat niet over ‘explosies van leven’ of de Cambrische explosie gaat, maar over punctuated equilibrium. Dit citaat hoorde daarmee in paragraaf 22.1 thuis.


4. Citaten uit Bechly 2021.

Van den Dikkenberg verwijst viermaal naar Bechly 2012. De citaten van Bechly 2021 komen uit ‘Does the fossil record demonstrate Darwinian evolution?’. Dat is hoofdstuk 31 van het boek ‘The comprehesive guide to science and faith’, van Dembski, Luskin en Holdenv. Van den Dikkenberg haalt Bechly 2021 vier maal aan. De vier aanhalingen daaruit kloppenvi. Er is op internet een uitgebreide versie van dit hoofdstuk te vindenvii. Bij geen van de vier aanhalingen blijkt relevantie voor wat Van den Dikkenberg zei over de Cambrische explosie.

De eerste aanhaling (noot 24 blz 210) is om te zeggen dat er vaker explosies van leven zijn geweest dan alleen de Cambrische explosie. Van den Dikkenberg gaat niet verder in op andere explosies van leven; evenmin gaat Van den Dikkenberg in op wat Bechly zegt over de Cambrische explosie.

De tweede aanhaling uit het hoofdstuk van Bechly (noot 26) is een uitspraak toegeschreven aan Philip Gingerich “gaps of evidence are gaps of evidence and not evidence of gaps”. Bechly geeft geen bron voor die uitspraak van Philip Gingerichviii of enige context.

Van den Dikkenberg zegt dat als tussenvormen blijven ontbreken, paleontologen er vrij zeker van zijn dat ze niet veel mogelijke vondsten hebben gemist. Dit gaat over hoe compleet onze kennis van de fossielen is (noot 27). Zoiets staat in het hoofdstuk van Bechly, zonder onderbouwing. In de internet versie van Bechly’s hoofdstuk staan hier wel literatuurverwijzingen voor: alleen blijkt dan dat er niet uitkomt wat Van den Dikkenberg schrijft.

De vierde aanhaling van Bechly 2021 is een direct citaat: “Als hij [Darwin] nog zou leven, zou hij het er waarschijnlijk mee eens zijn dat het bewijs gewoon niet klopt [met zijn theorie]” (verwijzing naar Bechly in noot 28 vdD blz 210). De vraag is dan wel over welk bewijs het gaat en wat er niet klopt aan welke theorie.

Bechly’s artikel heeft de titel ‘Does the fossil record demonstrate Darwinian evolution?’. Als de titel van een artikel eindigt op een vraagteken is het antwoord naar verwachting: nee. Dan is het natuurlijk de vraag wat Bechly onder ‘Darwinian evolution’ verstaat:

The core prediction of Darwin’s theory of evolution is gradualism, which means that all the transitional changes in the history of life are not supposed to have happened as sudden big changes, but by a continuous accumulation of small changes over vast periods of time” (blz 347).

Het is een beetje een onhandige definitie, omdat het onduidelijk is wat ‘sudden big changes’ of ‘continuous accumulation of small changes’ zou inhouden. Bechly onderschrijft ‘common descent’, ‘common ancestry’ (blz 347, blz 354), en heeft het daarmee niet over onderbreking in afstamming. Het is duidelijk dat geleidelijke evolutionaire verandering met verschillende snelheden kan verlopen, ook met een snelheid die voor paleontologen snel of plotseling is. Bechly wekt de indruk dat hij met ‘continuous accumulation of small changes’ ‘steeds dezelfde snelheid’ bedoelt. Ik vermoed dat er niemand te vinden is die ‘Darwinian evolution’ met ‘continuous accumulation of small changes’ zoals Bechly het omschrijft, aanhangt, zeker niet als Bechly ‘steeds dezelfde snelheid’ bedoelt. Dat is al minstens een jaar of 50 passé, sinds punctuated equilibrium, als het al niet 80 jaar passé was, sinds ‘Tempo and mode in evolution’ van George Gaylord Simpsonix.

Raup en Sepkoski (1982)x verzamelden gegevens die vijf massa extincties van zeedieren lieten zien. Na een massa extinctie volgt een toename in diversiteit. Dit alleen al wijst op verschillen in evolutiesnelheid, ‘niet op ‘continuous accumulation of small changes’ maar wel ‘sudden big changes’ na een massa-extinctie.

Figuur 2 Vijf massa extincties en diversiteit.


5 Van den Dikkenberg over de Cambrische explosies

Op blz 209 en 210 zijn in paragraaf 22.3 21 zinnen te vinden onder ‘Cambrische explosie’. Vier van deze 21 zinnen gaan over de Cambrische explosie. Tien of elf zinnen gaan over het ontbreken van tussenvormen: zonder dat er enig detail gegeven wordt, en zonder dat duidelijk is wat het precies met de Cambrische explosie te maken zou hebben. Nooit wordt duidelijk gemaakt wat er van een tussenvorm verwacht zou worden. Nooit wordt er met zoveel woorden aan de soorten uit het Cambrium gerefereerd. De dieren in de figuur van blz 10 (hier figuur 1) zijn vage schimmen zonder enige uitleg.


6 De Cambrische explosie.

Zie volgende post.


**************

i     https://nl.wikipedia.org/wiki/Precambrium

iii   Van den Dikkenberg schrijft ‘geslachten van planten en dieren’: het is onduidelijk of hij hier de biologische technische term ‘geslacht’ ‘genus’ voor ogen heeft, of meer iets in het algemeen van ‘groepen’.

iv    T.S. Kemp New Scientist 108 5-12-1985 A fresh look at the fossil record

v    Bechly, G., 2021. Does the fossil record demonstrate Darwinian evolution?, hoofdstuk 31 , pp 345-356, in: ‘The comprehesive guide to science and faith’, W.A. Dembski, C. Luskin & J.M. Holden, (eds), Harvest House publishers.

vi    Ik bezit dit boek.

viii  Ook in internet versies van Bechly’s hoofdstuk staat geen verwijzing naar waar deze aan Gingerich toegeschreven uitspraak staat : https://evolutionnews.org/2021/11/the-discontinuous-fossil-record-refutes-darwinian-gradualism/ en https://evolutionnews.org/2024/05/fossil-friday-discontinuities-in-the-fossil-record-a-problem-for-neo-darwinism/

x     D.M. Raup en J.J. Sepkoski, 1982, Mass extinctions in the fossil record. Science 215: 1501-1503 https://www.johnboccio.com/courses/SOC002a/Bak-Sneppan/02_Raup.pdf

Reacties

  1. Günter Bechly:
    "Bechly ist seit 2016 Senior Fellow des Center for Science and Culture am Discovery Institute in Seattle und seit 2017 auch Senior Scientist (leitender Wissenschaftler[14]) am Biologic Institute in Redmond, einer ebenfalls dem Intelligent Design verpflichteten Einrichtung."

    https://de.wikipedia.org/wiki/G%C3%BCnter_Bechly

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit boek heeft ID editors. De meeste schrijvers van de hoofdstukken zijn me onbekend.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten