De rode panda en Cserhati (17): baramin

Cserhati doet verschillende voorstellen voor 'baramin' in zijn CRSQ artikel, en maakt een interessante opmerking over herkenbaarheid van baramin.

1       Musteloidea als baramin (blz 78, 79), eerste interpretatie van de WGKS data

2       Een 'mustelid' cluster van de rode panda met de marterachtigen, een mogelijke interpretatie van de WGKS en cytochroom b analyses (blz 81, 82)

3       De rode panda als afzonderlijke groep, zoals aangegeven door de mtDNA analyse (blz 82)

4       Hoe herken je 'lineage'  versus 'baramin'? (blz 81)

 

1       De Musteloidea als baramin verschijnen weliswaar bij de eerste interpretatie van de WGKS resultaten, maar deze mogelijkheid komt verder niet ter tafel. Er blijven twee mogelijkheden voor baramin die besproken worden.

 

2       In de WGKS herziene interpretatie en de cytochroom b interpretatie clusteren de rode panda en de marterachtigen samen. Cserhati beschouwt ze als tot één baramin behorend. Dus, hij beschouwt de rode panda als verwant van de marterachtigen (per definitie van baramin), en niet verwant met de wasbeerachtigen en de stinkdieren. Cserhati beseft dat de rode panda niet binnen maar naast de marterachtigen te vinden is in de heatmaps van deze twee analyses, wat aan de buitenkant van de groep.

Cserhati stelt een verklaring voor voor het feit dat de rode panda ietwat van de marterachtigen verschilt, zichtbaar als een lagere correlatie.

The reason for the low mean PCC (correlatie) value between A. fulgens and all other mustelids might be its geographic isolation in the mountainous areas of Nepal, India, and China. This could have allowed for greater genetic change to take place.

Het is nog maar de vraag of de geografie van de rode panda wel zo geïsoleerd is, in rode panda termen, en of het verschil met de marterachtigen zou verklaren. De varkensdas Arctonyx, uit omstreeks hetzelfde gebied als de rode panda, valt netjes binnen de familie marterachtigen. De zeeotter Enhydra kun je ook geografisch geïsoleerd noemen, maar valt ook netjes tussen de marterachtigen. Al met al, hoewel geografische isolatie tot een afzonderlijke genetisch afstamming kan leiden, is het niet zeker dat dit hier de verklaring voor verschillen tussen marterachtigen en de rode panda moet zijn. In elk geval geen 'greater genetic change', alleen 'different genetic change'.

 

3       De rode panda als afzonderlijk holobaramin is ook een mogelijkheid, zie de mtDNA heatmap.

Alternatively, A. fulgens could be the only known member of its own holobaramin ....

De ondersoorten van de rode panda zijn de enige levende vertegenwoordigers van de familie Ailuridae. Dit is de wetenschappelijke positie. Dit wordt ondersteund door de heatmap van mtDNA in het CRSQ artikel.

Cserhati acht een holobaramin met maar één soort tot de mogelijkheden behoren.

When a taxon, as in this case, a holobaramin loses a large portion of its constituent species, during a mass extinction, such as the Genesis Flood, it loses its capability to re-diversify after the extinction.

Hier zitten wat losse einden.

Genesis 7:14 zegt dat er van de onreine dieren naar hun aard (KJV 'kind')  één paar, een mannetje en een vrouwtje, naar de ark gaan. Alle roofdieren zijn onrein, dus de familie Mustelidae met 65 of zo nu levende soorten en de familie Ailuridae met één soort waren beide met één paar voor hun baramin aanwezig op de ark. In het geval van de Mustelidae zou het dan gaan om een re-diversificatie naar de soortenrijkste en meest diverse familie binnen de orde Roofdieren, en in het geval van de Ailuridae zou het bij één soort blijven.

Cserhati denkt dat het mogelijk is dat bij een groot verlies aan soorten bij een massa extinctie de overblijvende soort op een of andere manier pech heeft en weinig genetische variatie voor diversificatie over heeft. De vraag komt dan of de Ailuridae of de Mustelidae "a large portion of its constituent species" verloren tijdens een massa extinctie. Het zou mogelijk moeten zijn zoiets na te gaan aan de hand van fossielen van de families Ailuridae en Mustelidae. Er zijn van beide families fossielen bekend. Niets wijst in de fossielen van deze families wijst op een massa extinctie.

 

Figuur 1. Diversificatie in fossiele Musteloidea. Fguur 3a van Law et al (2017)

Voorgestelde end-Flood-boundaries zijn de Plioceen-Pleistoceen grens en de Krijt-Paleogeen grens. Bij de de Plioceen-Pleistoceen grens is de soortendiversiteit in de Mustelidae en de Ailuridae omstreeks de huidige. Bij de Krijt-Paleogeen grens bestonden de ordes van de zoogdieren nog niet, en daarmee bestonden ook de families Ailuridae en Mustelidae niet.

Cserhati geeft een voorbeeld van onvermogen voor uitgebreide soortvorming na een massa extinctie:

When a taxon, as in this case, a holobaramin loses a large portion of its constituent species, during a mass extinction, such as the Genesis Flood, it loses its capability to re-diversify after the extinction. Such taxa include ..., and parareptiles (MacDougall, 2019).

 

Figuur 2 Een fossiel skelet van een parareptiel, Kapes

De groep Parareptielen verschilt van nu levende reptielen en daarbij horende fossielen. De parareptielen bestonden vanaf eind Carboon 306 miljoen jaar geleden tot einde Trias 201 miljoen jaar geleden. Ze overleefden de Perm-Trias massa extinctie, maar met een sterk verminderde diversiteit. Het fenomeen dat Cserhati aanhaalt bestaat. Maar het is niet zo'n geschikt voorbeeld voor een creationist of voor extinctie door de Genesis Flood. De groep Parareptielen ontstond namelijk tijdens de Genesis Flood, en stierf ook weer uit tijdens de Genesis Flood.


4       Cserhati heeft wat aarzeling om de mtDNA resultaten aan te houden.

A faster mutation rate means larger differences in the mtDNA sequence in contrast with the nuclear genome. This may reveal lineages within a kind, which might appear to be separate baramins.

De baramin of lineages binnen een baramin verschijnen met mtDNA. Wat zijn nu lineages, en wat baramin? De laatste zin van Cserhati hierboven is een heel interessante opmerking (blz 81):

lineages within a kind, which might appear to be separate baramins.

Dit houdt in dat baramin niet herkend kunnen worden. Want je kunt altijd lineages vinden.

Hennigan (2009) geeft een lijst van creationistische begrippen, om baramin te onderkennen:

Continuity – Biologically meaningful similarity between organisms that embrace all types of biological characteristics.

Discontinuity – Biologically meaningful differences between organisms.

De rode panda eet bamboe, is vegetariër. De marterachtigen zijn vleeseters, met een beetje omnivorie bij sommige soorten dassen. Dat is een 'biologically meaningful difference'. Dan zou de rode panda een baramin vertegenwoordigen, of de rode panda nu met de marterachtigen clustert of niet.

Al met al, is een cluster een baramin of een lineage? Met clustering kun je  'lineages' en 'baramin' vinden. Neem alleen de familie Mustelidae, en ga clusteren. Dan kom je een cluster 'otters' tegen, namelijk de onderfamilie Lutrinae. Misschien een baramin? Binnen die onderfamilie Lutrinae zijn er lineages, namelijk de genera. De zeeotter staat alleen als soort in zijn genus, met een andere levenswijze en andere tanden dan andere otters. Er zijn 'biologically meaningful differences' van de zeeotter met andere otters. Misschien is het genus Enhydra een baramin met maar één soort?

In figuur 2 van het CRSQ artikel zien we onderverdelingen en onderonderverdelingen in de heatmap. De katten zijn duidelijk een donkere groep linksonder. De beren en de marterachtigen kleuren samen donkergrijs - hebben we dan niet te maken met twee baramin, een katten baramin en een beren+superfamilie Musteloidea baramin? En niet met drie baramin, katten, beren en Musteloidea? De beren en de marterachtigen behoren alle twee tot de taxonomische groep Arctoidea, en de katten niet. (Er is hier voor de WGKS data geen figuur met aantal clusters op de x-as en silhouette wijdte op de y-as om te zien wat het optimale aantal clusters is). 

 

Fig 3 WGKS heatmap met hiërarchisch patroon

De Arctoidea vormen samen met de hondenfamilie Canidae de groep Caniformia, een van de twee hoofdgroepen binnen de orde roofdieren Carnivora. De andere hoofdgroep is de Feliformia. Er zijn veel 'biologically meaningful differences' tussen de hoofdgroepen Feliformia en Caniformia. Zijn de Feliformia en de Caniformia baramin? Of de orde Carnivora dan? Ordes verschillen in belangrijke 'biologically meaningful differences'. Misschien is een orde een baramin?

Ordes kunnen ook geclusterd. Neem drie ordes, en daaruit acht families en een of twee soorten uit die families. De correlaties*100 in mtDNA van negen soorten zijn:

Figuur 4. Negen soorten uit drie ordes in drie clusters; correlaties tussen mtDNA


Er zijn twee groepen zichtbaar in de bovenste heatmap: in de hoofdindeling van de zoogdieren zijn dat de Laurasiatheria, linksboven, en de Euarchontoglires, rechtsonder. Twee baramin? Of moeten we aan drie groepen denken, van linksboven naar rechtsonder de ordes evenhoevigen Artiodactyla, roofdieren Carnivora en apen Primaten?  Drie baramin? Of acht families, met acht baramin? Of negen baramin, ondanks de clustering?

Figuur 5 Hierarchische indeling van de negen soorten. Dit is een schema, de verschillen tussen de soorten staan in de getallen rechts, niet in de lijnlengte. De rode lijnen geven aan hoeveel groepen je zult vinden op een taxonomisch niveau - vergelijk de heatmap
 

Het dierenrijk is hiërarchisch ingedeeld: zo zit het dierenrijk in elkaar. Hiërarchische indeling volgens 'biologically meaningful similarity'. Hiërarchische indeling laat 'biologically meaningful differences' tot uiting komen. Clustering geeft willekeurige patronen als je data hiërarchisch van aard zijn - je cluster kan op elk niveau in de hiërarchie gekozen worden (zie verticale lijnen). Vandaar dat clustering je niet kan vertellen wat een baramin en wat een lineage is.

In feite maakt de hiërarchische structuur van het leven een fictie van het hele idee dat baramin te vinden zouden zijn door clustering.

***

Cserhati, M., 2021, Classification of the Enigmatic Red Panda (Ailurus fulgens) Based on Molecular Baraminology-Based Analysis, Creation Research Society Quarterly 58 (2): 76-84

https://www.creationresearch.org/classification-of-the-enigmatic-red-panda-ailurus-fulgens-based-on-molecular-baraminology-based-analysis

Hennigan, T. 2010. The case for holobaraminic status in bears (family Ursidae) and the implications within a creation model of ecology. CRSQ 46(4):271–283.

Law, C. J.; Slater, G. J. & Mehta, R. S. (2018). Lineage Diversity and Size Disparity in Musteloidea: Testing Patterns of Adaptive Radiation Using Molecular and Fossil-Based Methods. Systematic Biology. 67: 127–144. doi:10.1093/sysbio/syx047.

https://en.wikipedia.org/wiki/Parareptilia

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Kapes_full_skeleton.jpg

https://creation.com/disagreements-on-the-post-flood-boundary

Reacties